In de serie ‘Hoe schrijf ik een boek?’ deze keer aandacht voor een onderschat aspect: de titel. In musea voor moderne kunst tref je vaak de ene ‘Untitled’ na de andere aan, of het nu een abstract schilderijtje is of een berg snoep die in een hoek is gegooid (zie afbeelding). Van een schrijver mag je wat meer verwachten, maar veel auteurs stellen het bedenken van een titel uit tot het laatste moment, of laten het over aan hun uitgever.
Mijn stelling: een titel verzinnen hoort net zo bij het schrijven als, zeg, een geloofwaardige hoofdpersoon neerzetten. De titel is immers het eerste dat de lezer leest. Een goede titel geeft de richting aan, ook voor de schrijver zelf, en roept meteen een sfeer op die (hopelijk) in de rest van het boek wordt volgehouden.
Een slechte, onaantrekkelijke of saaie titel daarentegen kan een goed boek serieus bederven, omdat de lezer ongeïnteresseerd of zelfs met tegenzin aan het verhaal zelf begint. (Wat was er geworden van Peter Buwalda als hij ‘Akkerstraat 12 huis’ had geschreven ipv ‘Bonita Avenue’?)
Mijn tip van de week is kortom: besteed zorg aan de titel, en doe dat liefst nog voordat je met schrijven begint.