Gelukkig Nieuwjaar, aspirant-schrijvers! Het is tijd om goede voornemens te realiseren; tijd dus om eindelijk dat boek te schrijven (of af te maken). Maar hoe?
‘Gewoon beginnen’, is een veelgehoorde dooddoener. Maar het begin is voor veel beginners een enorme hindernis. Want heel concreet betekent dat: de eerste zin op papier zetten. Dat is eng en dat snap ik, want eerste indrukken wegen zwaar. Zin 1 zet de toon voor de rest van het boek. Als zin 1 de lezer niet bevalt, begint hij in een slecht humeur aan zin 2, en haakt hij misschien wel af bij zin 291.
Zelf heb ik menig vruchteloos uur besteed aan gepieker over een ‘goede’ zin 1. Tot ik bedacht dat een toekomstige lezer nooit te weten zou komen welke zin ik daadwerkelijk als eerste op papier zette. De lezer heeft geen boodschap aan het proces, hij/zij ziet alleen het eindresultaat – het boek zoals het in de winkel ligt.
Heb je dat eenmaal door, dan ligt de oplossing voor de hand: je omzeilt het probleem van zin 1 door simpelweg te beginnen met zin 2, of desnoods met alinea 2 of hoofdstuk 2. Op die manier gun je jezelf als het ware de vrijheid om te schrijven zonder de druk van ‘een goed begin’. Misschien schiet die geweldige eerste zin je halverwege het schrijven te binnen. En misschien blijkt zin 2 bij nader inzien zo’n goed begin dat je helemaal geen zin 1 meer nodig hebt.